|
||||||||||
|
||||||||||
Locatie: Gebouw de Vrijhof (nummer 47), Universiteit Twente, Enschede
Datum: 4 november 2004
Tijd: 9.00-16.15 uur
Kosten: € 195
Voor de zevende maal organiseert de Dr. G.J. van Hoytemastichting een symposium over probleemgedrag bij dementerende ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen.
In deze zeer succesvolle reeks zal dit jaar het thema probleemgedrag belicht worden in relatie tot het wonen.
Kleinschalige woonvormen zijn sterk in ontwikkeling. Werken deze nu gunstig of ongunstig op het voorkomen van probleemgedrag? Welke vormen van probleemgedrag worden gunstig beïnvloed door kleinschaligheid? Bij welke vormen van probleemgedrag geeft een kleinschalige woonvorm juist te weinig bescherming?
Wat vraagt dit aan kennis en kunde bij medewerkers? Welke randvoorwaarden vanuit de organisatie zijn noodzakelijk? Hoe lossen instellingen dit soort problemen op?
Kortom het onderwerp roept veel vragen op.
Het doel van deze dag is om zicht te geven op de voors en tegens, de mitsen en maren en om te leren van de ervaringen van anderen met dit onderwerp.
In het ochtendgedeelte worden de grote kaders neergezet en zal geïnventariseerd worden welke vragen er leven. In het middaggedeelte bestaat de mogelijkheid om in workshops in een kleinere groep dieper op de problematiek in te gaan. De workshops bieden op een aantal verschillende gebieden de mogelijkheid om te leren van ervaringen vanuit de praktijk.
Wij willen u op deze wijze een gevarieerd programma bieden met handvatten om de woonomgeving in relatie tot probleemgedrag zo goed mogelijk vorm te geven.
Doelgroep
Ziekenverzorgenden, verpleegkundigen, managers, beleidsmedewerkers, psychologen, verpleeghuisartsen en maatschappelijk werkenden.
Kosten:
Het cursusgeld bedraagt € 195. Inbegrepen zijn de kosten voor koffie/thee/lunch en syllabus.
Bij annulering tot 4 weken voor het congres bent u € 45 administratiekosten verschuldigd, daarna bent u het volledige cursusgeld verschuldigd. Annulering geschiedt uitsluitend schriftelijk.
Accreditatie:
Elke cursist ontvangt na afloop van de cursus het bijbehorende certificaat. Accreditatie is aangevraagd bij de NVVA en het NIP.
09.00 uur Registratie en ontvangst met koffie
09.30 uur Opening en welkomstwoord door de dagvoorzitter dhr. B. Miesen
09.40 uur Dement worden is een ramp
dhr. B. Miesen
10.30 uur Pauze
10.50 uur Kleinschalig wonen en dementie
dhr. E. Krijger, dhr. J. Zielstra
11.30 uur Kleinschalig wonen in onderzoek
Mw. S. te Boekholt
12.00 uur Boodschappen om mee te nemen naar de middag
dhr. B. Miesen
12.30 uur Pauze
13.30 uur 1e Workshop ronde
14.15 uur Pauze en wisseling van workshop
14.45 uur 2e Workshop ronde
15.35 uur Gezamenlijke terugkoppeling van informatie uit de workshops
16.15 uur Sluiting
Na afloop van de cursus biedt de Dr G.J. van Hoytema Stichting u een drankje aan.
Dr. Bère Miesen (1946), gezondheidszorgpsycholoog en klinisch psycholoog NIP, is momenteel werkzaam als Adviseur Psychogeriatrie bij WZH De Strijp-Waterhof in Den Haag en bij de Vakgroep Klinische en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Leiden. Promoveerde in 1990 aan de Universiteit Nijmegen op het proefschrift 'Gehechtheid en Dementie'. Sinds 1969 heeft hij o.a. als clinicus, therapeut, onderzoeker, auteur en redacteur bijgedragen aan de emancipatie van mensen met dementie, hun familie en professionele verzorgenden. Daarvoor is hij meerdere malen onderscheiden. In 1997 initieerde hij het Alzheimer Café
Drs. Elwy Duijvestijn, sinds 2002 Manager P&O van WZH De Strijp-Waterhof in Den Haag. HBO: Facilitaire Dienstverlening, differentiatie 'Seniorenmanagement'' (1990 - 1995). KU Tilburg": Personeelwetenschappen (1995 - 1998). Sinds 1998 werkzaam bij De Strijp-Waterhof, gestart als personeelsfunctionaris in Zorgcentrum Waterhof.
Hans Groenewegen AvB, architect bna; Jorissen Simonetti architecten te Rijssen. Jorissen Simonetti architecten heeft een ruime ervaring op het gebied van bouw van zorginstellingen.
Inge Stegeman; studeert toegepaste communicatiewetenschap aan de Universiteit Twente, heeft haar afstudeerproject met betrekking tot de effecten van licht en kleur voltooid in het Centrum voor Psychogeriatrie Bruggerbosch te Enschede.
Drs. Selma te Boekhorst (1977) heeft in 2003 de studie neuropsychologie afgerond aan de Universiteit Utrecht. Sindsdien werkt zij als promovendus bij het Trimbos-instituut en het VUmc aan een onderzoek naar kleinschalig wonen voor ouderen met dementie.
Jan van der Hammen is manager zorg verpleeghuis Daelhoven, Zorgpalet Baarn Soest
Eric Krijger is senior medewerker NIZW Utrecht. Heeft als aandachtsgebied kleinschalig wonen voor specifieke doelgroepen binnen het innovatieprogramma Wonen en Zorg van het NIZW.
Joost Zielstra:
Drs. Ronald Geelen is werkzaam als gz-psycholoog in Zorgcentrum Oranjehaeve te Breda
Begeleiding namens de Dr G.J. van Hoytema Stichting
Ilse Dubelaar, psycholoog Centrum voor psychogeriatrie Bruggerbosch Enschede
Gerard Kanne, beleidsmedewerker Centrum voor psychogeriatrie Bruggerbosch Enschede
Ed Notenboom, verpleeghuisarts Trivium Hengelo
1. Dr. Bère Miesen: Dement worden is een ramp
Middels deze bijdrage worden (oudere) mensen met dementie geschetst en beschouwd vanuit psychotrauma perspectief: het gaat om mensen die meer besef hebben van wat hen overkomt dan wij denken. Daarom is dementie een chronisch lijden dat moet worden verwerkt. De kernthema's van mensen met dementie is (coping met) controleverlies en onveiligheid. Deze 'psychologie van dementie' maakt duidelijk dat (probleem)gedrag bij mensen met dementie zijn oorsprong vindt in een combinatie van: de oorzaak van de ziekte, het niveau van cognitief functioneren, besef, persoonlijkheid, levensloop (o.a. oud zeer), en de huidige wijze van bejegening.
2. Erik Krijger en Joost Zielstra: Kleinschalig wonen en dementie
Kleinschalig groepswonen is voor mensen met dementie een goed alternatief voor de intramurale voorziening. Mensen met dementie hebben behoefte aan een gezellige omgeving, meer dan aan een klinische omgeving. Dat geldt in belangrijke mate ook voor de mantelzorgers die hun familielid liever ´achterlaten´ op een plek die er vriendelijk uitziet en waar ze nog actief bij de zorg betrokken kunnen blijven.
Een woonplek is in de eerste plaats een plek waar we prettig en beschermd willen verblijven. Waar je jezelf kunt zijn en waar je je kunt terugtrekken op die momenten dat je dat wilt. Dat geldt voor ons maar zeker, of met name, voor mensen die in een kwetsbare situatie zitten zoals mensen met dementie. Zij hebben daarom behoefte aan geborgenheid en huiselijkheid. Het eigen huis is een plek die vertrouwd is, waar je ontspannen bent en je ´thuis´ voelt. Als we in staat zij om een dergelijke woonplek inrichten zal dit een gunstig effect hebben op het welbevinden van de bewoners. Dat geeft rust in plaats van onrust.
Hoe vullen we deze vertrouwde woonomgeving in? Daar zijn drie belangrijke voorwaarden voor nodig:
het archetype huis ziet er altijd hetzelfde uit: vrijstaand, raam naast deur, puntdak, schoorsteen en gordijnen voor de ramen
in je eigen ´thuis´ kun je je eigen besluiten nemen, de ruimte en invloed hebben op wat er gebeurt, wat je thuis ook zou willen doen en wanneer dat gebeurt
een cultuur die vertrouwen aan de begeleider geeft, een faciliterende organisatie waarin de begeleider het bij de cliënt behorende woonklimaat kan inrichten, een organisatie die variatie waardeert.
3. Drs. Selma te Boekhorst : Kleinschalig wonen in onderzoek
Het recent begonnen onderzoek richt zich onder andere op de invloed van kleinschalig wonen op de kwaliteit van leven en de gezondheid van bewoners en de zorgbelasting en gezondheid van hun naaste familieleden. Hiervoor wordt een landelijke vergelijking gemaakt tussen kleinschalige woonvormen en moderne reguliere verpleeghuizen.
In de lezing wordt een overzicht van de beschikbare literatuur over de effecten van kleinschalig wonen op dementerenden gegeven, waarbij vooral ingegaan zal worden op de resultaten van onderzoek uit Zweden en de VS. Daarnaast zullen de eigen ervaringen met kleinschalig wonen voor dementerenden, opgedaan tijdens het promotieonderzoek worden besproken.
Workshop 1
Ronald Geelen: Maatje te groot voor kleinschalig wonen?
Het verpleeghuis heeft nog een relatief korte geschiedenis, en heeft in die jaren al flinke metamorfosen ondergaan. In werkwijze en in zorgvisie. Je gaat je nu zelfs bijna schamen, als je in een meer traditioneel verpleeghuis werkt. Grootschalige verpleeghuiszorg is “out,” kleinschalige woonvormen zijn “in.” Het lijkt wel of kleinschalig wonen een must is, en het traditionele verpleeghuis gedoemd is te verdwijnen. Is dat zo? Een interessant discussiepunt.
Een vraag daarbij is, of kleinschalig wonen voldoende antwoord biedt op de totale, uiteenlopende cliëntengroep die de verpleeghuissector rijk is. Welke ouderen dreigen in de kleinschaligheid buiten de boot vallen, en zo ja waardoor kenmerken zij zich? Zijn er mogelijkheden om aan hun behoeften binnen kleinschaligheid tegemoet te komen? Blijft er voor het traditionele verpleeghuis wel bestaansrecht de komende decennia?
Tot slot: zijn er mogelijkheden waarop grootschalige zorginstellingen geschikt gebruik kunnen maken van de verworvenheden van kleinschalige zorgprojecten? Wie inzet op het traditionele verpleeghuis zou terecht kunnen denken: beter goed gejat dan slecht bedacht. Welke elementen zijn overdraagbaar van klein naar grootschalig? Of is de voedingsbodem daarvoor te arm?
Workshop 2
Drs. Elwy Duijvestijn: Maakt 'Kleinschalig wonen bij dementie' medewerkers kwetsbaar?
In deze workshop gaat het erom met elkaar na te denken over de consequenties van kleinschalig wonen bij dementie voor medewerkers, maar ook om daarover ervaringen uit te wisselen. Wat betekent dit voor de motivatie en de betrokkenheid het personeel? Wat betekent dit voor de onderlinge samenwerking op de werkvloer of voor de samenwerking met de andere disciplines? Heeft (de overgang naar) kleinschalig wonen invloed op het personeelsbeleid of op de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers? En hoe zit het met ziekteverzuim of langdurige/kortdurende uitval van medewerkers? Zijn er überhaupt parameters om de effecten op personeel zichtbaar te kunnen maken?
Workshop 3
Jan van der Hammen: Kleinschalige zorg voor mensen met dementie; effecten voor de organisatie.
Het realiseren van kleinschalige zorg begint met een duidelijke visie, een aangepaste gebouw, gemotiveerde en goed opgeleidde medewerkers maar wat zijn nu de consequentie voor de zorgorganisatie?
In deze workshop wordt aandacht besteed aan het vertalen van de visie naar de allerdaagse praktijk, hoe hou je de zorgvisie levend op de werkvloer? Wie zijn je cultuurdragers en hoe faciliteer je hen? Als de kwaliteit zo sterk is als de individuele medewerker, hoe bewaak je deze dan? Hoe bouw je de personeelsformatie op en welke zekerheden zijn hierin nodig. Ongedifferentieerd opnemen betekent ook (sterk) wisselende zorgzwaarte per woning, hoe vang je dat op? Hoe voorkom je eilandvorming en heb je eigenlijk nog wel een facilitaire dienst nodig?
Rondom het realiseren van kleinschalige, integrale zorg leven veel organisatorische vragen. Vanuit ruim 5 jaar ervaring als manager in Daelhoven (15 woningen voor 6 cliënten in één gebouw) en De Wiekslag (2 woningen voor 6 cliënten in de wijk) geeft Jan van der Hammen zijn visie en oplossingen rondom de dagelijkse gang van zaken. Vanuit een langdurige ervaring in met name de psychogeriatrie keek hij aanvankelijk sceptisch aan tegen de praktische haalbaarheid van deze nieuwe wijze van zorgverlening. Inmiddels, besmet met het virus van de kleinschaligheid, deelt hij zijn ervaringen graag met anderen.
Vernieuwen is nieuwsgierigheid, durf, vertrouwen in elkaar en gewoon doen!
Workshop 4
Hans Groenewegen en Inge Stegeman: Kleinschaligheid en fysieke omgeving
Deze workshop omvat twee inleidingen; architect hans Groenewegen zal op basis van uitgebreide ervaring met het ontwerpen van woonvormen in de gezondheidszorg ingegaan op de relatie fysieke omgeving en welbevinden. Door middel van voorbeelden uit de praktijk wordt aangegeven hoe welbevinden kan worden verbeterd door het aanpassen van de fysieke woonomgeving. Belangrijke aspecten hierbij zijn het gebruik van materialen en kleuren, vormgeving en de menselijke maat, de relatie met de omgeving.
Inge Stegeman gaat in op door haar verricht onderzoek naar het effect van muurkleur en lichtsterkte op het welbevinden van de bewoners. Er werd een praktijksituatie binnen verpleeghuis Bruggerbosch te Enschede gecreëerd waarin muren werden geschilderd en de nieuwste innovatie op lichtgebied werd toegepast. Het gaat hierbij om daglichtkoepels, die de natuurlijke cyclus van het daglicht binnenshuis nabootsen. De verwachting is dat bij bewoners veranderingen zichtbaar zijn in de stemming, het activiteitenniveau en de slaapkwaliteit. De achterliggende gedachte van het onderzoek is de healing environment; de omgeving van de bewoner moet het ziektebeeld in ieder geval niet verergeren en waar mogelijk verbeteren.
|
||||||||||